Vaccinatie is een effectieve manier om uw hond én uzelf te beschermen tegen besmettelijke dierziekten. Door het toedienen van dood- of geïnactiveerde ziekteverwekker maakt het lichaam antistoffen aan. Zodra het dier in aanraking komt met de werkelijke, levende ziekteverwekker is het afweersysteem klaar om snel en accuraat te reageren en de ziekte verwekker uit te schakelen. Soms lukt dat niet meteen of volledig, maar doordat er antilichamen en afweercellen aanwezig zijn, wordt dan het bestrijden van de ziekte gemakkelijker en heeft het dier een grotere overlevingskans. Dit systeem werkt alleen goed indien u uw huisdier op tijd heeft laten vaccineren.
Door veel dieren te vaccineren (hoge vaccinatiegraad) worden er minder dieren ziek en zal de ziekte zich dus minder snel verspreiden. In ons land komt een aantal besmettelijke en levensbedreigende hondenziekten voor. Sommige daarvan zijn inmiddels zeldzaam door de vaccinatieprogramma’s en andere treden nog regelmatig op.
Indien we stoppen met het vaccineren van onze honden, neemt de afweer van onze honden af en worden ze meer gevoelig voor de besmettelijke ziekten. Er zullen dan weer meer dieren ziek worden. De symptomen bij de hond zijn zeer ernstig: zowel de lever als nieren zullen stoppen met functioneren hetgeen zal leiden tot de dood van uw huisdier. Het niet tijdig laten vaccineren van de honden in Nederland heeft een tweede nadeel aangezien wij, als mens, een grotere kans lopen om lepstospirose (de ziekte van Weil) via de hond op te lopen.
De ziekte van Weil wordt veroorzaakt door leptospiren die via de urine van besmette dieren (rat, muis, rund, paard, varken) worden uitgescheiden. Ze besmetten zich door direct contact (eten van kadavers en bijtwonden), maar ze kunnen de ziekte ook krijgen via stilstaand water en modderpoelen die besmet zijn met urine van geïnfecteerde dieren. Door
de wijde verspreiding van de rat, zowel in de stad als op het platteland, is de kans zeer groot dat uw huisdier in contact komt met leptospiren. Een infectie bij een niet gevaccineerd dier verloopt vrijwel altijd dodelijk.
Tegen welke ziekten vaccineren wij uw hond standaard
– Parvo
– Ziekte van Weil (Leptospirose)
– Hondenziekte (Canine Distemper virus, Carré)
– Besmettelijke leverontsteking (Hepatitis Contagiosa Canis)
In overleg wordt deze cocktail uitgebreid met vaccinatie tegen Rabies en/of kennelhoest.
Niet vaccineren is dus onverstandig voor de gezondheid van uw hond en die van uzelf. Om maar ieder jaar elk dier steeds weer dezelfde “cocktail” te geven, is ook niet nodig. Tijdens de jaarlijkse controle bekijken we samen met u welke vaccinaties uw hond nodig heeft. Naast het doornemen van het vaccinatieschema voor uw hond bekijken we de gezondheidsstatus van uw dier en is er ruimte voor vragen.
Starten met vaccineren:
We starten met vaccineren als de dieren 6 weken oud zijn bij de fokker. Op 9 en 12 weken en de leeftijd van 1 jaar krijgen de pups een booster vaccinatie. Pas dan zijn ze volledig gevaccineerd. Een pup moet zo vaak gevaccineerd worden omdat het immuunsysteem nog in ontwikkeling is. Een pup krijgt via de moedermelk antistoffen tegen verschillende ziekten , mits moeder goed gevaccineerd is. We weten dat vanaf 16 weken bij alle pups de antistoffen verdwenen zijn. Bij sommige pups is dit al eerder het geval. Uit praktische overweging is er daarom een veilig, goed beschermend Nederlands vaccinatie schema gemaakt. Na het puppy-vaccinatieschema vervolgen we de jaarlijkse vaccinatie in een wisselend schema; niet voor alle ziekten moet jaarlijks gevaccineerd worden. Tegen de ziekte van Weil moet men jaarlijks te vaccineren. Voor Parvo, hondenziekte en HCC kan men 1 maal per drie jaar vaccineren, mits de basisvaccinatie goed is.
Indien uw hond > 15mnd niet meer gevaccineerd is, zullen we het immuunsysteem moeten activeren met een nieuwe basisvaccinatie (één vaccinatie welke na 3 weken herhaald wordt door een boostervaccinatie, dus 2 vaccinaties in totaal).
Afhankelijk van de leefomstandigheden en de gezondheid van de hond kunnen we vaccineren tegen kennelhoest.
Indien uw hond naar het buitenland gaat, moet tijdig gevaccineerd worden tegen Rabies.
Schema
2,4,6 weken
leeftijd
3,4,5,6 maanden
leeftijd
daarna minimaal 4x/jaar.
4,6 weken
leeftijd
3,4,5,6 maanden
leeftijd
daarna minimaal 4x/jaar.
Katten die muizen en/of vogels etc. vangen besmetten zich veel sneller. Net als honden die op plekken komen waar veel honden uit gelaten worden. Voor deze dieren is het verstandig om vaker dan 4x/jaar te ontwormen.
Meer informatie over de verschillende ontvlooiings- en ontwormingsmiddelen kunt u krijgen bij de dierenarts of de assistente.
Wij zijn 24 uur per dag bereikbaar voor spoedgevallen, Ook tijdens feestdagen!
Links
Vacatures
© DAP Bommelerwaard | Website realisatie door Reclamebureau De Creatievelingen
Terug naar boven